Het is maandagavond 4 december en we staan met onze volle bepakking op het treinstation van Chengdu. Met allebei een grote backpack, een kleinere rugtas en een plastic tas vol eten (bakjes noodles, muesli, pakjes sojamelk, honing, mandarijnen, bananen, pinda’s, chocolade en zoete broodjes met rozijnen), doen we niet onder voor een stel pakezels. Het is een wonder dat we nog tussen de beveiligingspoortjes door passen. Maar wij zijn klaar voor die 38-urige treinreis naar Lhasa en we hebben er zin in! Vooral Niels is zo blij als een kind, omdat hij weer met de trein mag.

Door onze vorige treinreis (waar jullie nog steeds een verhaal van tegoed hebben) vrees ik een beetje voor onze reisgenoten. Dat blijkt gelukkig nergens voor nodig! Een uur na vertrek ligt iedereen al in zijn bed te lezen of met z’n telefoon te spelen. Op het geluid van de denderende trein na, is het stil in de coupé… totdat mijn buurman keihard begint te snurken. Gelukkig ben ik met Niels wel wat gewend en heb ik van zijn moeder een paar oordoppen gekregen. Twee minuten later kon ik dus ook lekker slapen. (Dank je wel Marlies!) Om 10:00 uur word ik wakker van een verkoper die met zijn karretje door de smalle gang gaat en in het Chinees roept wat hij te koop heeft (denk ik!). De trein rijdt door een prachtig landschap. Een uitgestrekte vlakte met bergen rondom, bevroren meertjes en hier en daar een wollige yak. De plaatjes worden, hoe dichter we bij Lhasa komen, alleen maar mooier. Na 36 uur en 10 minuten rijden we het station van Lhasa binnen. “Het is maar 36 uur, geen 38,5!” roept Niels, terwijl hij trots de timer op zijn telefoon laat zien.

Dag 1
We lopen naar de uitgang. Daar staat een man vrolijk met een wit vel papier te zwaaien. We kunnen niet lezen wat erop staat, maar gaan ervan uit dat het onze namen zijn, dus zwaaien uitbundig terug. Als we dichterbij komen blijkt dat het niet onze namen zijn op het vel papier, maar die van de Japanse toeristen die vlak achter ons lopen. Oeps! De tour guide vraagt ons toch naar onze reisbevestiging. Het blijkt dat we bij dezelfde organisatie geboekt hebben. Ze dachten dat wij pas die avond aan zouden komen. – Onze tour start sowieso pas een dag later, maar vanuit Chengdu gaat er maar eens in de twee dagen een trein naar Lhasa. We mochten dus een dag eerder komen als we zelf een hostel zouden boeken voor de eerste nacht. – De gids belt met zijn management en besluit ons bij het hostel af te zetten. Top!

Lhasa is geweldig! Overal hangen gekleurde vlaggetjes, de mensen zijn prachtig en het eten is heerlijk. Na zes weken in China is het zó lekker om een groente- / aardappelcurry te eten. Op de een of andere manier heb ik sowieso enorme aardappel cravings de laatste tijd. In Nederland eet ik bijna nooit aardappels, maar sinds een paar weken bestel ik overal waar mogelijk wel iets van knoflookaardappels, geraspte pittige aardappelschijfjes, frietjes of een andere variant. Wellicht is het een tegenreactie op zes weken voornamelijk noodles en rijst. 😉 Na het heerlijke eten gaan we direct terug naar ons hostel. De hoogte maakt ons kortademig en zorgt voor een flinke hoofdpijn. Veel drinken en goed rusten dus.

Dag 2
Onze gids Norbu haalt ons op en brengt ons naar het hotel dat bij de tour inbegrepen zit. We hadden een dorm in een budget hotel verwacht, maar het blijkt een luxe kamer te zijn met een groot tweepersoonsbed en een douche met massagestralen. Lucky bastards! Vandaag mogen we nog een dag acclimatiseren en op eigen houtje Lhasa verkennen. We bewonderen de prachtige mensen, fotograferen het vrolijk gekleurde straatbeeld, eten bij een paar heerlijke Tibetaanse restaurants en drinken thee met bloemen, dadels en honing. De hoofdpijn is gelukkig al flink afgenomen en we kunnen nu lopen zonder iedere vijf meter hijgend op een bankje te ploffen. Progressie! Niels blijkt de nieuwe attractie van Tibet te zijn. Mensen lachen, slaken kreten van verbazing, beginnen spontaan te lachen en gaan naast hem staan om te kijken hoe veel groter hij is. Er worden meer foto’s van hem gemaakt, dan het populaire paleis van de Nepalese prinses.

Dag 3
We ontbijten in het hotel met onze gids. Hij heeft verder nog geen idee wie er bij zijn groep horen, omdat hij alleen ons gisteren heeft opgehaald. Op zijn vrije dag blijkt! Hij zou eigenlijk vakantie hebben, maar zijn bedrijf heeft hem gevraagd om nog een paar tours te doen. “So we are all having a holiday this week!” grapt hij. Norbu is een kleine, jonge Tibetaanse man met een opgewekte uitstraling en sprekende ogen. Iemand die je niet snel vergeet. We praten over Tibet, zijn familie, zijn opleiding tot kunstenaar en nog een aantal interessante dingen die ik je graag een keer persoonlijk vertel. Na het ontbijt verzamelt de groep zich in de lobby en vertrekken we met een busje naar Drepung Monastery. Het is een internationaal gezelschap. Een koppel uit Australië, twee zussen uit Maleisië, een Spaanse man, een Duitse vrouw en vier Nederlanders. De chauffeur is een Tibetaan met een aanstekelijke bulderlach.

We bezoeken twee kloosters, Drepung en Sera Monastery. Er zijn grote gouden boeddha’s te bewonderen, gebedsmolens, stupas, tomb stupas (wat uit de mond van onze gids klinkt als stormtroopers) en een heleboel monniken. Het is leuk om de verhalen achter de tempels, boeddha’s en schilderingen te horen. Norbu weet eigenlijk over alles wel iets te vertellen. Toch denk ik dat ik nog meer geboeid ben door de mensen die er rondlopen. Hun klederdracht, de edelstenen in hun haar, de gebedsmolens die ze meenemen, de gebeden die ze zachtjes uitspreken en hoe ze heilige objecten met hun hoofd aanraken. Daarbij offeren ze geld aan bijna alles in het klooster. Niet alleen de boeddha’s, maar ook een kale zuil, een kier in de trap of een leegstaande kamer. Alles voor ” some blessing”. Die avond is er een welkomstdiner. Een buffet met Tibetaanse specialiteiten. Voor het eerst in vijf weken eet ik weer een stukje vlees: yak meat. Het smaakt als een combinatie tussen geitenvlees en rundvlees. Best lekker, maar het kan niet tippen aan de pittige aardappelcurry. 😉

Dag 4
Vandaag staat het paleis van de Nepalese prinses (Jokhang Monastery) op het programma en het indrukwekkende Potala Palace. Alle verschijnselen van de hoogteziekte zijn ondertussen verdwenen. Ik heb minstens drie keer zoveel energie als in de afgelopen dagen, dus ik bestook Norbu de hele dag met de meest uiteenlopende vragen. “What is the best way to ask Tibetan people if you can take their picture?”, “Why are people touching the gold box with their head?”, “How many kids do you have?”, “How is it possible that there are monks that meditate for 12 year?”, “Do they have any muscles left after all those years?”, “How do they eat?” Op iedere vraag geeft hij antwoord met evenveel enthousiasme.

Dag 5
Het is tijd voor een roadtrip naar Shigatse! We rijden een prachtige route door de bergen. Tussendoor stoppen we bij een paar mooie uitzichtpunten. De chauffeur moet regelmatig remmen voor schapen, paarden, ezels, geiten of yak’s op de weg. Ik maak dankbaar gebruik van die momenten om een paar foto’s te maken. Ik zou continu wel willen stoppen voor een kleine fotosessie. Het landschap is zo mooi! En wie wil er nou geen foto van een yak in de bergen? Iedereen toch! We rijden op het hoogste punt van een berg en als een heus koor zegt iedereen in de bus tegelijk “Wow!”. We kijken uit over een groot helderblauw meer, Yamtso Tso Lake. Norbu vertelt dat er ook tours zijn waarbij ze in een week om het meer heen hiken. Een goede reden om terug te komen naar Tibet! We vervolgen onze weg langs een Karola gletsjer (waar helaas alleen de top nog van over is) en het klooster Gyantse Kumbum.

Dag 6
Nog één klooster te gaan, namelijk Tashi Lhunpo Monastery in Shigatse. Vandaag is een bijzondere dag. Mensen komen massaal naar de tempel om snoep, koekjes, fruit en bloem te offeren aan de Boeddha. Het is ochtend en er wordt met tassen tegelijk geofferd. De monniken gebruiken een groot zeil en scheppen om alles bij elkaar te houden. Morgen is het feest en zijn alle mensen welkom, arm en rijk, om het gezegende voedsel op te eten. Prachtig om te zien hoeveel mensen bij elkaar brengen. Dan is het tijd voor de grote terugreis naar Lhasa. Ik staar uit het raam naar het prachtige landschap. Wat is deze week snel gegaan! Als we terug zijn in Lhasa is de tour voorbij. Morgen staat alleen het vervoer naar de luchthaven nog op het programma. Maar eerst nog een reis van vier uur door dit landschap en vanavond, nog één keer… aardappelcurry!