Laatste bericht gepubliceerd op 24 februari 2018… Er is hier duidelijk iets niet helemaal goed gegaan met het goede voornemen om iedere week iets te schrijven. Het lijkt mijn puberdagboek wel. Daarin schreef ik dagenlang over de “liefde van mijn leven”, vervolgens twee maanden geen letter en dan een paginalang betoog over waarom de liefde van mijn leven, de liefde van mijn leven toch niet was en wie dan wel. Oké, misschien lijkt het toch niet zo op mijn puberdagboek. Behalve dan dat ik al heel lang geen letter meer geschreven heb. Tijd voor een update!

Er is nogal wat bij te praten, dus ik ga proberen om het kort te houden. Nadat we Danique en Fenno uitzwaaiden in Krabi, hebben we een minivan gepakt naar Koh Lanta. We huurden een scootertje en reden naar Epic Beach. Een extreem mooi wit strand met helderblauw water en overal aapjes. We hadden net een snorkel gekocht, dus die ging ik testen. Toen ik boven kwam zag ik Niels een gek dansje doen op het strand, in z’n eentje. Het leek een beetje op een dans van een Afrikaanse stam. Met veel zwaaiende arm- en beenbewegingen. Het zag er extreem grappig uit! Toen ik dichterbij kwam zag ik dat hij niet alleen aan het dansen was, maar met een aapje, dat blijkbaar een poging had gedaan om onze spullen te jatten. Tien minuten later zaten we weer op de scooter.

Vanaf Koh Lanta pakten we een bootje naar het eilandje Koh Mook. De enige accommodatie die binnen ons backpackersbudgetje viel was een tipitent bij Cashew Nut Bungalows (de bungalows zaten vol). Toch nog kamperen! Dat blijkt ons toch een stuk beter af te gaan als we de tent niet zelf op hoeven te zetten en als Niels niet aan zijn eigen lakens, hoofdkussen, handdoek en slaapzak hoeft te denken. 😉 Koh Mook is prachtig, de mensen zijn super vriendelijk en er zijn niet zo extreem veel toeristen.

Onze volgende bestemming werd Koh Sukorn. Eigenlijk vooral omdat we daar een bungalow op het strand konden huren voor 16 euro per nacht. We hadden geen idee wat er verder op het eiland te doen was. Er was op loopafstand van het resort ook niet zo veel te beleven. Het eiland leeft vooral van landbouw. Veel toeristen zijn er niet te vinden. Blijkbaar omdat de stranden hier niet wit zijn, maar bruin. We hadden dus regelmatig een enorm privéstrand. Prima! Het resort was een soort dorpje met veel gepensioneerden die er al jaren komen overwinteren. Je kent iedereen na een paar dagen, omdat ze maar wat graag een praatje met je maken.

Na Koh Sukorn reisden we door naar het Maleisische schiereiland Penang. M’n pa en Inge komen hier vakantie vieren en wij nemen voor die tijd nog even de kans om de pareltjes van Georgetown te ontdekken. We willen ze een avondje mee uit nemen en ik moet en zal ervoor zorgen dat het een legendarische avond wordt. Daar sla ik af een toe een piepklein beetje in door. In dit geval heb ik een lijst gemaakt van tien restaurants die potentieel goed genoeg zouden kunnen zijn voor die avond en een aantal plekken met live muziek voor daarna. Gelukkig vinden we het perfecte restaurantje al bij try-out diner nummer 3. En de live muziek is ook snel gevonden.

Op onze tweede dag in Georgetown krijg ik verdrietig bericht uit Nederland. Mijn omaatje is overleden. Ze was al een tijdje ziek en de laatste keer op Skype zag ze er heel slecht uit, maar toch ben ik van slag. Vooral de vraag of ik terug naar huis wil of niet houdt me bezig. Na veel gesprekken met mijn familie, vrienden en met Niels besluit ik toch in Maleisië te blijven. De uitvaart kan ik via een livestream volgen.

Die week is de grote reünie met mijn vader en Inge. We hebben als kerstcadeau een paar dagen bij hun in het Holiday Inn resort gekregen. Dan slaap je ineens in een hotel waar de badkamer groter is dan de hele kamer die we normaal gesproken boeken. Er staan twee kingsize bedden op een tweepersoonskamer, we krijgen drie handdoeken per persoon, iedere dag is er housekeeping en ze hebben hier een zwembad aan het strand. Wooha! We voelen ons echt een stelletje luxepoezen, maar voordat we te veel gewend raken aan deze vorm van luxe, verhuizen we weer naar een basic hostel in Georgetown. Wij blijven natuurlijk wel backpackers! 😉 Het avondje uit met m’n pa en Inge was een succes. Lekker eten en een topavond in Canteen at China House met de briljante jazz zangeres Dasha Logan.

Op naar het volgende eiland: Langkawi! We lunchen en dineren veel met m’n pa & Inge, pakken de cablecar naar een mooi uitzichtpunt, huren een autootje om in een dag het eiland te verkennen en meer dan dat doen we eigenlijk niet. Helemaal prima!

Na vijf dagen Langkawi vliegen we naar Kuala Lumpur. Daar eten we nog twee keer met mijn pa & Inge, voordat zij terugvliegen naar Nederland. Ik heb een working holiday visum aangevraagd voor Australië, maar omdat we al langere tijd in het buitenland zitten moet ik een health check laten doen. In KL kon ik zonder afspraak terecht en binnen anderhalf uur stond ik volledig gezond verklaard weer buiten. De volgende dag was mijn visum rond, dus in september reizen we door naar Australië! Dat vieren we in de bioscoop. In een zaal met hele chille zitzakken! Eigenlijk waren we van plan om door de stad te lopen en meer van KL te zien, maar die plannen vallen in het water door een tropische regenbui.

Dan zijn we met dit korte en bondige (ahum..) verslagje eindelijk weer in het nu beland. En dat is op Bali, in het surfer-/hipsterdorp Canggu. We hebben voor twee weken een huis met een zwembad gehuurd. Arie is uit Nederland overgekomen om hier een maand vakantie te vieren. Er is al een week van Bintang, eindelijk zelf weer koken, scooterrijder en poké bowls voorbij gevlogen. We hebben gesurfd. Vandaag voor de tweede keer. Dat is toch lastiger dan het eruit ziet! Stiekem hoopte ik dat ik hier een verborgen talent zou vinden. Dat ik de eerste beste golf zou pakken, alsof ik het al jaren doe, met mijn haren wapperend in de wind. En dat mijn instructeur zou zeggen dat hij nog nooit zoiets heeft meegemaakt… Maar in werkelijkheid lig ik meer in het water, dan op mijn plank en is mijn versie van staan een soort gammele aanzoek-houding. Op één knie. Toch nog maar even verder zoeken naar dat verborgen talent. 😉