Het jochie danst in zijn blote billen, met zijn handjes in de lucht, door de kamer. Hij kijkt met zijn bruine pretogen of zijn publiek nog wel aandacht voor hem heeft, om vervolgens nog wilder verder te dansen. Wij zitten aan tafel en aanschouwen de show van het kleine danstalentje. Vanmorgen zijn we aangekomen op het eiland Atauro in Oost-Timor. Er was voor de eerste nacht geen plek bij Atauro Dive Resort, dus hebben ze een kamer in een homestay voor ons geregeld.

Eigenlijk schrok ik een beetje toen we bij het huis aankwamen. Van buiten zie je duidelijk dat het nog niet af is. Kale stenen muren, niet bewerkt of geschilderd. Binnen waren er nog mannen aan het boren en schilderen. Jack, de eigenaar, duwde een gordijn opzij en zei trots “This is your room!”. Het is een flinke kamer. De vloer is betegeld met vrolijke roze tegeltjes en de muren zijn zo oranje als een rijpe sinaasappel. Er staan twee brede eenpersoonsbedden in de kamer met boven ieder bed een donkerrode klamboe. Veel luxer dan we verwacht hadden. In de tuin hebben we zelfs een eigen toilet. Niet eens zo’n Aziatisch squad-toilet, maar eentje met een Westerse toiletpot. De deur van het toilet zit op slot met zo’n klein dagboekslotje, waar wij het sleuteltje van krijgen. Bij mijn eerste toiletbezoek ontdek ik dat het toilet toch niet helemaal privé is. Er kruipt een enorme spin achter de stortbak vandaan als ik op de knop druk om door te spoelen. Gezellig… De rest van de middag hebben we over het eiland gelopen, geluncht bij Berry’s en in een hangmat gelegen bij het dive resort. Pas laat in de middag komen we terug bij de homestay. We willen meteen weer vertrekken om iets te gaan eten, maar lopen Jack tegen het lijf. “Where are you going? We are cooking for you. It’s included in your stay!”

We zitten aan tafel. Handjes gevouwen, ogen dicht. Voor ons staan vier borden met groenten en een schaal met gekookte witte rijst. Jack gaat hardop in gebed en wij luisteren. Ik kan me niet herinneren wat de laatste keer is dat ik zo aan tafel gezeten heb. Waarschijnlijk bij klasgenootjes thuis, toen ik nog in Barneveld op school zat. “Amen!” Jack vraagt ons om te beginnen. Zelf eet hij niet. Hij zegt dat hij nog geen honger heeft en later eet. Dit voelt een beetje ongemakkelijk. Zouden zij eten wat er over is? Zijn zus, zwager en nichtjes eten ook niet. Zij zitten op plastic stoelen tegen de keukenmuur naar ons te kijken. Het jochie is gestopt met dansen en speelt nu verstoppertje in de deuropening. Als ik hem zie begint hij te schateren en verstopt hij zich weer achter het muurtje. Dat verveelt duidelijk niet. Eigenlijk vind ik het wel fijne afleiding van het feit dat wij met z’n tweetjes zitten te eten terwijl de rest van de familie toekijkt. Op aandringen van Jack schep ik een tweede keer op. Ik wil niet ondankbaar zijn of hem beledigen en het smaakt goed. Na het eten krijgen we een pot lokale koffie met heel veel suiker. Ik heb een haat-liefde-verhouding met koffie- en theepotten. Netjes inschenken is gewoon niet mijn sterkste kant. Er schijnt een middenweg te zijn tussen te langzaam en te hard schenken, maar die heb ik duidelijk nog niet gevonden… dus ik knoei op het witte tafelkleed. “Sorry! Sorry! Sorry!” Jack zegt dat het niet uitmaakt en hij praat verder over Oost-Timor, zijn vrouw, zijn kinderen, de bruiloft, zijn geloof en over voetbal. Hij vraagt of we vanavond voetbal willen kijken. Frankrijk – Argentinië. 23:00 uur. “Yes, I would like to come!” zegt Niels meteen. “I’ll let you know when I leave.” We bedanken hem en gaan naar de slaapkamer. In de keuken horen we het gerommel van borden waar eten opgeschept wordt en vervolgens luid gesmak. Ik voel me direct schuldig dat ik een tweede keer heb opgeschept. Niels denkt dat ze wel meer eten maken. Ik betwijfel het, maar hoop dat het waar is.

Om 22:50 uur maakt Niels me wakker. “Ga je mee?” Ik brom wat, wil eigenlijk blijven liggen, maar besluit toch om op te staan. Hoe vaak krijg je de kans om op een eilandje in Oost-Timor een potje World Cup-voetbal te kijken met de locals? Dat is vast een mooie ervaring! Jack geeft ons allebei een plastic stoel en dan vertrekken we. Vier huizen verder staat een kleine beeldbuis in de tuin met daarvoor drie rijen stoelen en een stuk of 25 mannen die eromheen staan of op de grond zitten. Wij zetten de plastic stoelen erbij. De wedstrijd begint. Het commentaar is in het Engels en loopt zo’n 20 seconden voor op het beeld. Dat de bal van de eerste vrije trap van Frankrijk in de armen van de Argentijnse keeper belandde wisten we dus al. Toch joelt het grootste deel van de aanwezige mannen pas als het beeld wordt getoond. Het grootste deel van het publiek lijkt een voorkeur te hebben voor Argentinië. Er wordt flink gejuicht. Ook als er knappe vrouwen in beeld komen. Heel grappig om hier tussen te zitten, als enige vrouw in deze tuin vol mannen.