“Door de overstuurde speakers knalt muziek van Adèle, Michael Jackson, Shania Twain, lokale hits en fonetisch ingezongen zolderkamer-covers.”

Dit keer een iets uitgebreider reisverhaal dan normaal. Er is nog weinig te vinden over backpacken in Oost-Timor, dus ik hoop andere reizigers een beetje te kunnen helpen door onze reiservaringen te delen. Veel backpackers komen alleen naar Dili voor een “visum run” van een paar dagen en dat is eigenlijk zonde. Er is zo veel meer te zien dan de hoofdstad. Wij reisden met het openbaar vervoer van Dili naar Jaco Island. Niet altijd een makkelijke tocht, maar wel ééntje vol nieuwe ervaringen.

Dag 1: Dili > Baucau

We pakken voor $5,- een taxi vanaf ons hostel Dili Backpackers (bij Castaway bar) naar Becora Bus Station, Dili. Daar komen meteen een stuk of tien mannen op ons afgestormd “Where are you going? Are you going to Baucau? Come! Come!” Een man begint aan mijn arm te trekken, terwijl vier anderen me in de richting van een andere bus proberen te duwen. Ik trek mijn arm los en stap gauw in de dichtstbijzijnde bus. Die is bijna leeg. “When does this bus leave?” vraagt Niels. “This one? 12:00!” Het is 9:10 uur en we zijn niet van plan om zo lang te wachten, dus stappen we uit en kijken of er een andere bus is die voller zit. Ze vertrekken in Oost-Timor pas als ze ramvol zitten. Dat betekent alle stoelen bezet, mensen in het gangpad, hangend aan de zijkant van de bus en (jawel!) op het dak. Om de hoek van het busstation vinden we er een die op het punt staat om te vertrekken. Er is nog maar één zitplek, maar er worden meteen twee plekken naast elkaar voor ons vrijgemaakt. De bus vertrekt meteen. 9:15 uur en we zijn onderweg!

De busreis

We stuiteren naar Baucau over stoffige weggetjes, door een prachtig landschap. Door de overstuurde speakers knalt muziek van Adèle, Michael Jackson, Shania Twain, lokale hits en fonetisch ingezongen zolderkamer-covers van o.a. Adèle, John Legend en Justin Bieber. Op tweederde van de reis probeert de vrouw achter mij door het raampje (ter hoogte van mijn stoel) naar buiten te kotsen, maar raakt daarbij ook mijn arm. Yuk! Gelukkig hebben we desinfecterende handgel en wc-papier meegenomen en kan ik het een beetje schoonmaken. Na 4,5 uur komen we aan in Baucau. We zien eruit alsof we net een hele dag in een houtzagerij hebben gewerkt. Van top tot teen onder een dikke laag stof!

Tip 1: Neem een mondkapje mee. Ze verkopen ze op het busstation en zelfs bij het tankstation onderweg liep er iemand rond met die dingen. Wij dachten dat het wel mee zou vallen, maar zaten vervolgens het grootste deel van de tijd met een shirt over ons gezicht getrokken.

Tip 2: Heb je een regenhoes bij je tas? Doe hem eromheen voordat je in deze bus stapt. Scheelt een boel schoonmaak- en uitklopwerk.

Tip 3: Neem een wagenziektepilletje voor je vertrekt. (En geef je achterbuur er ook één! 😉 )

Baucau

Van het busstation in Baucau besluiten we de 2,5 km naar het centrum te lopen. Waarschijnlijk rijdt de bus ook gewoon verder naar het centrum en anders kun je voor 50 cent een mikrolet pakken. Wij vonden het vooral lekker om even te lopen na die uren in de bus. Een van mijn slippers bleek minder gecharmeerd van dat plan en besloot kapot te gaan. Gelukkig vond ik na 200 meter, op één slipper en één blote voet, al een winkeltje dat slippers verkoopt. Voor 75 cent heb ik een fonkelnieuw paar, wit met een rode zool. De Louboutins onder de flipflops, dames en heren. We vinden een kamer bij het kleurrijke hotel Tato-Toty. Het is een schone kamer met een klein tweepersoonsbed, een (lauwwarme) douche en airco. Er was geen wifi én (belangrijker) geen wc-papier aanwezig.

Tip 4: Neem zelf een rolletje wc-papier mee.

Uatabo Beach

Bij Baucau ligt het prachtige Uatabo Beach. Normaal gesproken zou je met mikrolet A3 voor 50 cent naar het strand kunnen rijden. Dat blijkt op zondag toch anders te zijn. Mikrolet A3 is namelijk in geen velden of wegen te bekennen. Er stoppen wel een stuk of zes andere mikrolets. “For 15 dollar I’ll take you to Uatabo! Okay, 10,- for you?!” De buschauffeurs in Oost-Timor brengen je overal naartoe zolang je de “juiste” prijs betaalt. Uiteindelijk zijn we maar gaan lopen. Dat is geen straf, want het is een prachtige route door allerlei dorpjes. Onderweg zie je o.a. geitjes, varkens, honden en super schattige kwispelende biggetjes. We zijn net over de helft als er een auto stopt. Het is een jong gezin dat ons een lift aanbiedt. Ze brengen ons helemaal naar het strand en onderweg vertelt de man dat hij in dit gebied is opgegroeid, dat uatabo het lokale woord voor palmboom is en dat we voor zonsondergang terug moeten lopen, omdat er krokodillen op het strand kunnen zitten. We zien later inderdaad afdrukken van krokodillen in het zand. Zwemmen is dus alleen aan te raden voor de Freek Vonk-achtigen onder ons. We lopen gauw een rondje over het prachtige strand, maken een paar foto’s en beginnen dan aan onze wandeling terug naar Baucau. Na anderhalve kilometer bergopwaarts komen we een mikrolet tegen, die ons voor 50 cent pp terug naar Baucau rijdt. Stelletje bofkonten zijn we!

Dag 1: Wat kost dat?

$5,- voor de taxi naar Becora Bus Station, Dili
$4,- p.p. voor de bus van Dili naar Baucau (Hij probeerde ons 5,- te laten betalen.)
$8,- voor lunch bij Amalia, Baucau (pasta met spinazie en een Spaans omelet)
$12,50 voor gegrilde aubergine, een vegetarische pasta en een grote fles water bij Pousada du Baucau
$35,- voor een tweepersoonskamer in hotel Tato-Toty

Dag 2: Baucau > Tutuala

We ontbijten in het hotel, met witte broodjes, ananasjam (dat smaakt naar Festini perenijsjes), gebakken ei en een kop koffie. Voor de zekerheid lopen we nog even naar een pinautomaat (alleen geschikt voor Visa en V-pay, dus niet voor MasterCard) en kopen een tros bananen en een fles water voor onderweg. De bus richting Los Palos stopt bij de rotonde voor ons hotel. Als we daar aankomen staat hij net op het punt om te vertrekken. Opnieuw worden er twee plekken naast elkaar voor ons vrij gemaakt. Een soepele 3,5 uur later staan we bij de bushalte in Bauro, omringd door een stuk of twintig scholieren en een paar nieuwsgierige mannen, waarvan er maar één Engels spreekt. Hij vertelt ons dat vervoer naar Tutuala normaal gesproken $2,5 kost, maar wanneer die bus of truck komt weet niemand. Twintig minuten later stopt er een bestelbusje met een laadbak. De chauffeur wil ons voor 20 dollar wel naar Tutuala brengen. “Petrol is expensive you know!” Niels doet een tegenbod van 10 dollar en hij gaat meteen akkoord. We springen in de laadbak, die we delen met een paar scholieren, een nieuwe fiets, een grote houten deur en een stuk of zestig bouwstenen. Onderweg stappen er scholieren uit, leveren we de deur en stenen bij iemand af, wordt de fiets bezorgd en worden er ergens anders tweehonderd kokosnoten opgehaald. Tussen de kokosnoten stuiteren we verder richting Tutuala. Uit de enorme speaker blaast al zeker 45 minuten hetzelfde ringtone-achtige liedje op vol volume.

Tutuala > Valu Beach

Om 16:30 uur komen we aan in Tutuala, met wat Niels zou omschrijven als “beukende honger”. Er is één guesthouse in het dorp, dus we lopen hoopvol die kant op. Helaas pindakaas! Bij het guesthouse is niemand te bekennen en ook in de rest van Tortuala zien we nergens een warung. Gelukkig hebben we nog bananen en een zak pinda’s, dus we besluiten maar gewoon aan die wandeling van 8km naar Valu Beach te beginnen. Na twee kilometer komen we een vrachtwagen tegen. Hij vervoert stenen van boven naar beneden en de trucker vraagt ons of we een lift willen. Natuurlijk! Graag! We klauteren de cabine in. “Ik heb nog nooit in een vrachtwagen gezeten!” roepen Niels en ik in koor. We zijn zo enthousiast als een 5-jarig kind op pakjesavond. De chauffeur zet ons bijna helemaal beneden af. We bedanken hem en geven hem twee dollars die hij breed grijzend in ontvangst neemt. Op Jaco Island kun je niet slapen, maar wel op Valu Beach (tegenover het eiland). Als je de lange weg vanaf Tutuala afkomt sla je linksaf voor de accomodaties. Wij belanden bij de goedkoopste optie; Valu Sere Beach Bungalows. Een simpel hutje op het strand met een tweepersoonsbed, een klamboe en gedeelde sanitaire voorzieningen voor 20 dollar per nacht.

Tip 5: Zorg dat je voldoende gepind hebt voordat je uit Dili vertrekt.

Tip 6: Neem eten en voldoende water mee.

Valu Beach

Sinds we Dili verlaten hebben zijn we amper toeristen tegengekomen. Er waren een paar Australische studenten in Baucau, maar onderweg waren we omringd door locals. Bij Valu Sere kijken we uit over een privé strand… denken we. Totdat we vier vrolijke backpackers tegen het lijf lopen, waaronder één Ierse jongen die we een week eerder in Dili Central Backpackers Hostel hebben ontmoet. De rest van het gezelschap bestaat uit een Portugese jongen, een Canadees meisje en een jongen uit mijn geliefde stadsdeel BoLo in Amsterdam. Het leuke aan zo lang geen toeristen tegenkomen is dat je meteen aan de praat raakt als je ze wel tegen komt. Hoe was jullie reis? Wat hebben jullie meegemaakt? Geen reis is hetzelfde in Oost-Timor. De backpackers hebben in Baucau voor 10 dollar per nacht bij Blue Ribbon Homestay geslapen en hebben in Baucau een deal gesloten met een chauffeur van een mikrolet. Hij zou ze in Tutuala afzetten voor 40 dollar. Halverwege vond hij dat toch niet genoeg en begon de chauffeur opnieuw te onderhandelen. Uiteindelijk hebben ze 50 dollar voor de rit betaald. Ze zijn vandaag voor de tweede dag naar Jaco Island gegaan. Gisteren waren ze er ook en toen zijn de vissers vergeten ze op te halen. Gelukkig hadden ze bereik op één van hun telefoons. Uiteindelijk hebben ze het telefoonnummer gevonden van het guesthouse in Tutuala en zij hebben vervolgens de vissers gebeld. Zo zijn ze alsnog gered. Neem je telefoon dus mee naar Jaco Island. 😉

Dag 2: Wat kost dat?

$4,- pp voor de bus van Baucau naar Los Palos (uitstappen bij Bauro)
$10,- voor een rit van Bauro naar Tutuala, tussen de kokosnoten in de laadbak.
$2,- vrijwillige bijdrage voor rit in de vrachtwagen
$20,- per nacht voor een basic hutje bij Valu Sere Beach Bungalows
$10,- voor maaltijd bij Valu Sere Beach Bungalows
$1,50 fles water bij Valu Sere Beach Bungalows

Tip 7: Je kunt je waterfles laten bijvullen voor 50 cent bij de buren van Valu Sere Beach Bungalows. (Ook als je daar niet verblijft.)

Dag 3: Jaco Island

We kruipen om 5:30 uur uit bed en verplaatsen naar het strand om de zonsopkomst te zien, daarna slapen we nog 2 uurtjes en dan bestellen we een ontbijtje. Voor 2 dollar pp krijgen we een pot sterke koffie en een bord gebakken banaan. De vier backpackers staan al klaar om aan hun terugreis te beginnen. We zwaaien ze uit en lopen zelf in de richting van de vissersbootjes. Het duurt een half uurtje voordat we iemand gevonden hebben die ons wel naar Jaco Island wil varen. Echt vrolijk of vriendelijk zijn de vissers niet, maar ze brengen je wel naar een extreem mooi onbewoond eiland. Als we daar aankomen blijken we de enigen te zijn. Een tropisch privé eiland. Niet slecht! 🙂 Het witte strand ligt vol met de grootste en mooiste schelpen die ik ooit heb gezien. Vlak voor dat strand kun je geweldig snorkelen. Het koraal is geweldig en we zien veel verschillende soorten kleurige vissen, waaronder een paar Dori’s. 🙂 Onze lunch bestaat uit onze zelf meegebrachte pinda’s en bananen. Om 15:30 uur meert de vissersboot weer aan om ons terug te brengen naar het vasteland.

Tip 8: Neem je eigen snorkel mee. De snorkels die je kunt huren bij Valu Sere Beach Bungalows zijn van hele slechte kwaliteit.

Dag 3: Wat kost dat?

$2,- pp voor ontbijt bij Valu Sere Beach Bungalows
$10,- pp voor een retourtje Jaco Island
$5,- pp voor een maaltijd met rijst en groenten bij Valu Sere Beach Bungalows
$20,- per nacht voor een hutje bij Valu Sere Beach Bungalows

Dag 4: De terugreis vanaf Valu Beach

We beginnen de dag opnieuw met koffie en een bord vol gebakken bananen. Dan is het tijd om aan onze terugreis te beginnen. We vertrekken om 9 uur en hopen dat de wegwerkers al wakker zijn. Een lift van Valu Beach naar Tutuala zou ons echt extreem blij maken. Helaas is er geen vrachtwagen te bekennen tot we na 6 km om 10:15 uur hijgend en nat van het zweet bij beginpunt van de werkzaamheden aankomen. Ze zijn net begonnen met het volladen van de vrachtwagens en beginnen dan aan de afdaling. Daar hebben wij helaas niets aan, aangezien we nog twee kilometer verder omhoog moeten. Ach, hebben we onze work-out ook weer gehad. 😉 In Tutuala worden we enthousiast ontvangen door groepjes schoolkinderen. “Hello mister! What is your name?” Hopend op vervoer naar Bauro of Los Palos dwalen we door Tutuala. Helaas is het enige voertuig dat we vinden een verroeste mikrolet zonder banden bij iemand in de tuin. We vragen wat rond in het dorp, maar er blijkt inderdaad geen vervoer te gaan. “Tomorrow morning!” Dan maar lopen naar het volgende dorp. We weten bij een klein winkeltje nog wel een fles water en een pak pindakaaskoekjes te scoren. Met deze kleine proviand-aanvulling beginnen we vol goede moed aan onze wandeling. Op slippers.

Twaalf kilometer, anderhalve liter water en een pak pindakaaskoekjes later worden we ingehaald door een ambulance. De wagen stopt en de broeders vragen of we een stukje mee willen rijden. Ze gaan naar het volgende dorp, maar we mogen wel achterin. Dus zo zaten we ineens achterin een ambulance waarvan ik ernstig hoop dat hij niet echt als ambulance gebruikt wordt. Er hangt een stukje verband aan een tie-wrap aan het plafond, in de hoek staat een aftands wasbakje en aan beide zijkanten hangen grijs leren opklapbankjes met flinke scheuren erin, je zou er eventueel op kunnen liggen, maar dan moet je niet te breed of zwaar zijn en zeker geen last van je rug hebben. Dan realiseer je je meteen weer hoe goed we het in Nederland hebben. Vijf minuten later stopt de ambulance en opent de vrolijke broeder de achterklep om ons eruit te laten. We bedanken hem hartelijk en vervolgen dan onze wandeltocht, op zoek naar vervoer.

Als je 24 km op slippers gaat lopen, dan krijg je blaren. Op dat punt zijn we nu. Langs de kant van de weg zit ik pleisters en tape te plakken op mijn tenen en rol ik stukjes verband om de plastic bandjes van mijn slippers, terwijl Niels druk is met het aanvullen van zijn energiereserves (lees: koekjes eten). We worden iedere paar minuten ingehaald door scholieren op scooters, maar er zijn tot nu toe maar twee auto’s langsgekomen. De ambulance die ons meenam naar het volgende dorp en een 4×4 die helemaal vol zat. Het is ondertussen al 14:00 uur. De moed is ons een beetje in de schoenen gezakt en we hebben extreem veel zin om iets “normaals” te eten. Na een korte pleister-plak-pauze slenteren we verder. En dan, vier kilometer later zien we een pick-up truck aankomen. We houden hem aan en vragen of we mee mogen rijden. In de auto is geen plek, maar we mogen wel in de bak zitten zegt de man. Hij kan ons helemaal naar Bauro brengen. Wooohoooo! We zijn zo blij als een voetbalteam dat net de World Cup gewonnen heeft. Bij iedere kilometer die voorbij vliegt voelen we ons zo dankbaar dat we hem niet hoeven lopen. Als we aankomen in Bauro geven we de man uit enthousiasme 10 dollar voor de lift.

Tegenover de bushalte in Bauro is een klein winkeltje. We kopen een paar appels en witte droge bolletjes. Dan ploffen we neer in het bushokje. Fingers crossed dat er nog een mikrolet naar Baucau gaat vandaag. 40 minuten later rijdt er een mikrolet langs. Hij is leeg en rijdt snel voorbij, maar dan stopt hij ineens toch. “Baucau?” roept de chauffeur in onze richting. “Yes!” We rennen naar het busje, gaan akkoord met de kosten van 10 dollar en stappen in. De chauffeur rijdt in één ruk door naar Baucau. Hij laat ons onderweg trots zijn entertainmentsysteem zien, dat bestaat uit een klein schermpje op de voorruit, waar hij Bollywood videoclips op afspeelt. Zicht door de voorruit is zeldzaam in Oost-Timor. Het is een sport om zo veel mogelijk stickers, knuffels, vlaggetjes en andere prullaria voor en op de ruit te hangen en enkel een klein vierkantje vrij te houden zodat de chauffeur af en toe een blik op de weg kan werpen. Gelukkig komen we veilig aan in het centrum van Baucau. We zoeken naar het Blue Ribbon Guesthouse en denken hem gevonden te hebben, maar het commentaar van het personeel is een beetje onduidelijk “No it’s closed. You want a room? 40 dollar!” Of dit nou echt het Blue Ribbon Guesthouse was is ons niet helemaal duidelijk geworden. We lopen een klein rondje door Baucau en vragen bij een paar hostels of er nog kamers beschikbaar zijn, maar het blijkt overal vol te zitten. We besluiten terug naar ons vertrouwde plekje bij Tato-Toty, waar ze nog wel een kamer beschikbaar hebben. We ploffen op bed en het kost ons de grootst mogelijke moeite om de kamer weer te verlaten. De “beukende honger” wint het van de zere voeten en dichtvallende ogen, dus we verplaatsen onszelf uiteindelijk naar het restaurant van de buren Pousada du Baucau voor een stevige maaltijd.

Dag 4: Wat kost dat?

$2 pp ontbijt bij Valu Sere Beach Bungalows
$1,50 voor een fles water en pindakaaskoekjes in Tutuala
$10,- vrijwillige bijdrage voor onze lift naar Bauro
$1,20 voor appels en droge bolletjes in Bauro
$10,- (5,- pp) voor de mikrolet van Bauro naar Baucau
$16,50 voor twee vegetarische gerechten en twee drankjes bij Pousada du Baucau
$35,- voor een kamer inclusief ontbijt bij Tato-Toty.

Dag 5: De terugreis naar Dili

Na het vertrouwde Tato-Toty ontbijtje, pakken we de mikrolet naar het busstation in Baucau. Bij aankomst staan ook hier tientallen mannen hun uiterste best te doen om je in hun mikrolet te krijgen. Wie het eerst vol zit, vertrekt het eerst. Nu blijken er een stuk of tien mikrolets te staan met de bestemming Dili, die allemaal ongeveer even vol zitten. We kiezen er eentje en rijden, voordat we daadwerkelijk vertrekken, nog 1,5 uur rondjes om en over het busstation. De chauffeur van de betreffende mikrolet heeft een bijzondere muzieksmaak die bestaat uit ringtone-achtige deuntjes, lokale zolderkamer-opnames die door de bus wordt geknald door een extreem krakerige overstuurde speaker. Na twee uur rijden gaat de bus kapot. Er worden verschillende pogingen gedaan om hem weer aan de praat te krijgen, maar zonder succes. Er moet een nieuwe mikrolet komen vanuit Baucau en dat gaat ongeveer twee uur duren. Een perfect moment om op zoek te gaan naar een plek om te lunchen. Één probleem… er is in de wijde omgeving is geen restaurant te bekennen, dus lunchen we (weer) met koekjes. De tweede mikrolet komt aan en heeft binnen 10 minuten al een lekke band. Dat kan gelukkig hersteld worden, dus nog 10 minuten later zijn we daadwerkelijk onderweg. Een uur later krijgt hij weer een lekke band, dus wordt er nog een pauze van een half uur ingelast, voordat we uiteindelijk na een reisdag van 8,5 uur in Dili aankomen.

Tip 9: Oordoppen om je gehoor te beschermen tegen overstuurde speakers.

Tip 10: Kijk goed welke mikrolet het volst zit, voordat je ergens instapt.

Dag 5: Wat kost dat?

$1,- voor een mikrolet naar het busstation
$3,- pp voor de bus naar Dili
$1,50 voor lunch met koekjes
$5,- voor taxi van busstation Dili naar Dili Backpackers Hostel.
$10,- pp voor een bed in een vierpersoons dorm bij Dili Backpackers Hostel