Nog één maand in Azië voordat we doorreizen naar het land van de kangoeroes, koalabeertjes en dodelijke spinnen. Maar wel een maand met grootse plannen en hoog bezoek! Vanuit Dili pakken we een minibus naar Kupang. Het is een reis van twaalf uur en zeker niet de meest comfortabele, maar na stof happen in de Oost-Timorese mikrolets voelt dit als business class bij Emirates. We komen die avond laat aan bij Lavalon in Kupang, het hostel van oud-filmacteur Edwin Lerrick. Soms slaap je in hostels die écht bijdragen aan je reiservaring en dit is daar één van. Edwin is een geweldige vent, die vol zit met prachtige verhalen en extreem veel weet over de omgeving. Nu zou ik duizend woorden kunnen schrijven over hoe leuk we het hebben gehad, hoe schoon en comfortabel de kamer was, dat er vijf schattige kittens rondliepen, de omgeving prachtig is en dat we baalden dat we maar één volle dag hadden, maar ik wil nog een maand aan ervaringen verwoorden en dit waren pas dag één en twee. Gauw door naar dag drie dus. De dag dat we van Kupang, via Bali, naar Semarang vlogen en herenigd worden met Eef, die ons al voor de tweede keer op komt zoeken. 🙂

Dankzij onze vertraging en de overstaptijd van Eef komen we bijna tegelijkertijd aan op het vliegveld van Semarang. Zij 20 minuten later dan wij, dus verstoppen wij ons in een donker hoekje van de aankomsthal, wachten tot ze voorbij komt, zodat we haar van achteren kunnen besluipen. “Surpriiiiiiseeee!” Eigenlijk zouden we pas de derde dag in Semarang met Eef afspreken, zodat ze rustig kon acclimatiseren. Die ballon ging mooi niet op! Er bleek uiteindelijk ook helemaal geen derde dag in Semarang te zijn. Het plan was namelijk om de boot van Semarang naar Karimunjawa te pakken. Niels en ik zouden wel even tickets regelen in de haven, terwijl Eef haar jetlag uitslaapt. Klein probleempje: Er blijkt helemaal geen ticketoffice in de haven te zijn! Die zit (heel logisch) aan de andere kant van de stad. Anderhalf uur later ontdekten we dat ook daar geen tickets te krijgen zijn. De boot naar Karimunjawa gaat helemaal niet, omdat hij in onderhoud is. “You can take the boat from Japara!” Die middag zitten we dus nog in een Grab (de Uber van Indonesië) naar Japara. We verblijven (i.v.m. de nachtelijke gebedsoproep van de zeer nabij gelegen moskee kan ik het geen slapen noemen) in een schattige en kleurrijke homestay. Die ochtend blijkt dat mijn dierbare Oost-Timorese slippers van 75 cent er vandoor zijn gegaan met een nieuwe eigenaar. Nu maar hopen dat mijn verzekering me uit de brand helpt. Letterlijk! Sneakers met sokken zijn in dit klimaat een soort lopende vuurtjes.

We cruisen op het chille bovendek in 5,5 uur van Japara naar Karimunjawa. In de haven staat er al iemand van het hostel op ons te wachten met zo’n fijn bordje. De vakantie kan beginnen! Even geen urenlange vluchten, bus-, trein- of bootreizen, maar vijf dagen op het strand liggen, snorkelen, lezen, lekker eten en verder helemaaaaal niks doen. Klein probleempje: Het hostel, dat volgens de foto’s op Booking.com op het strand is, blijkt 4 km van het dichtstbijzijnde strand te zitten. Daar heb ik even flink de pest over in. Zeker omdat ik urenlang accomodaties heb zitten vergelijken om de allerchillste plek op het eiland te vinden. Ik had me al helemaal ingesteld op ‘s morgens meteen de zee in springen en ‘s avonds op het strand met een Bintang naar de zonsondergang kijken. Op de foto’s lijkt het écht alsof het hostel op het strand is! We huren een scooter en rijden naar sunset beach om een beetje af te koelen. Het strand is zo mooi dat ik het hostel bijna meteen vergeet. Een zwemsessie en een Bintang later begin ik al complimentjes te maken over het vriendelijke personeel en hoe mooi onze kamer eigenlijk is. Kortom, we blijven gewoon lekker in The Bodhi Tree Hostel en huren iedere dag een scooter. Opgelost!

Op het strand liggen en niks doen is natuurlijk heerlijk, maar we willen toch nog wel iets meer van de omgeving zien. Dus boeken we een snorkeltocht en zitten we een dag later met kapitein Aladdin op een bootje. Hij komt meteen even vragen hoe het zit “Is this your sister?” vraagt hij aan Niels terwijl hij naar mij wijst. “No, she is my girlfriend.” Aladdin kijkt bedenkelijk en wijst dan naar Eef “And she?” – “Also my girlfriend!” zegt Niels. Dat antwoord had hij niet aan zien komen. Hij kijkt Niels vol bewondering aan, complimenteert hem en gaat dan verder met zijn voorstelrondje. We snorkelen op een paar verschillende plekken en meren dan aan bij een onwerkelijk wit zandstrand met helderblauw water. Na een uitgebreide fotoshoot wordt er op dat strand gebarbecued en gegeten. Na het eten komt kapitein Aladdin toch nog even verslag doen van zijn bevindingen. Volgens hem is alleen Eef de girlfriend, omdat zij iedere keer dichter bij Niels zit. Ja, de genie is uit zijn bottle, mensen! Heeft hij zijn potentiële prinses Jasmine gevonden of niet? We laten hem nog even in de waan. Na de lunch varen we naar een turtle point. Er blijkt een schildpad te zitten op 9 meter diepte, maar het lukt ons alledrie niet om zo ver naar beneden te zwemmen met genoeg lucht om op zoek te gaan naar die schildpad en vervolgens weer naar boven te zwemmen. Gelukkig waren er mensen die heel levendig over de schildpad konden vertellen. “It was so big and it looked very old and chill. Like in Finding Nemo!” Voor we terug naar de haven varen stoppen we nog op een eilandje, waar ze alleen tien verschillende soorten oploskoffie en koekjes verkopen. Bijzonder inkoopbeleid.

Na de snorkeltocht hebben we de smaak te pakken en besluiten we met twee scooters over het eiland te rijden. De weg op Karimunjawa is verrassend goed en je komt onderweg prachtige stranden, rijstvelden, dorpjes en veel scholen tegen. We leerden later dat er niet genoeg kinderen meer zijn voor al die scholen. Ze hebben namelijk pas sinds een paar jaar 24 uur per dag elektriciteit op het eiland. Daardoor is het geboortecijfer drastisch gedaald. Grappig toch? 😉 Wij sluiten de dag af met een biertje op sunset beach en rijden dan via het “fruitvrouwtje” terug naar het hostel. We hebben deze week steeds fruit gekocht bij een hele lieve vrouw met een klein groente- en fruitwinkeltje. Voor onze terugreis mogen een paar verse bananen, mango’s en ananas dus niet ontbreken. De tocht naar Surabaya duurt vanaf Japara al tien uur en daarvoor zitten we nog 2,5 uur op de snelle boot. Een beetje proviand kan dus geen kwaad. Drie keer raden… Al het fruit hadden we al op voordat we van de boot kwamen, want zo gaat dat bij road trips. Die nacht rond 24:00 uur worden we door de chauffeur afgezet bij ons hostel. We zijn zo gaar dat we tijdens het tandenpoetsen al bijna in slaap vallen, maar morgen begint het tweede deel van onze reis met Eef. Dan vliegen we naar Sulawesi! Daarover meer in het volgende bericht. Stay tuned!